Nederlands niet de moedertaal?

Wanneer Nederlands niet de moedertaal is van (jonge) kinderen, hoe registreer je dan de ontwikkeling van de mondelinge taal?

Voor het kind de kinderopvang of school voor het eerst bezoekt, heeft er al taalontwikkeling plaatsgevonden. Het kind spreekt nog geen Nederlands, maar dat betekent zeker niet dat er sprake is van een achterstand in de mondelinge taalontwikkeling! Belangrijk is om inzicht te krijgen in hoe de ontwikkeling van de mondelinge taal tot dit moment is verlopen.

Hoe krijg je inzicht in die beginsituatie?

  • Ga in gesprek met de ouders. Eventueel met een tolk erbij. Achterhaal hoe de thuisomgeving is van het kind. Wordt er voorgelezen? Wordt er samen gespeeld? Is er interactie tussen ouders en kind, of broertjes/zusjes en het kind? Hoe spreekt het kind de thuistaal volgens de ouders?
  • In de groep observeer je het kind terwijl het speelt en contact heeft met andere kinderen. Zie je dat het kind verbaal of non-verbaal contact maakt? Hoe reageert het kind tijdens een (kleine) kring activiteit en bij het voorlezen van een boek? Is er betrokkenheid? Is er interesse?
  • Hoe verloopt het contact tussen het kind en de ouders/verzorgers bij het brengen en halen? Wordt er gesproken? 

Wanneer je de beginsituatie weet, kun je bepalen hoe je het (taal)aanbod aan laat sluiten bij de ontwikkelbehoeften van het kind (zie hiervoor ook: Mondelinge taal – LOWAN en Weinig taal, toch in gesprek. HJK september 2014)

Terug naar de vraag: hoe registreer je de ontwikkeling van de mondelinge taal van het kind?

Als je goed zicht hebt op hoe de mondelinge taalontwikkeling van het kind is verlopen (in de thuistaal) zou je op basis daarvan de registratie kunnen maken. Die kan misschien wel gelijk zijn aan de kalenderleeftijd. Aanvullend maak je de notitie dat dit de ontwikkeling is in de thuistaal en dat dit nog niet hetzelfde is voor het leren van de Nederlandse taal.

Een andere optie is daarom om de ontwikkeling van de mondelinge taal, te registreren vanuit de ontwikkeling van het leren van de Nederlandse taal. De nieuwe taal. Met een sterk en gericht taalaanbod mag je verwachten dat een kind (met een goed ontwikkelde moedertaal) een versnelde ontwikkeling doormaakt. Dat betekent dat na een half jaar een aanbod/onderwijs een veel grotere ontwikkelingsgroei kan worden geregistreerd! Hoe mooi is het om te laten zien wat de effecten zijn van het taalaanbod!

Bij het registreren van andere ontwikkelingslijnen (geletterdheid, lichaamsoriëntatie, ruimtelijke oriëntatie) is het goed te beseffen dat ook hier veel taal wordt gebruikt die het kind nog niet (altijd) begrijpt. Dat je daardoor de ontwikkeling nog niet altijd volledig kunt registreren. Goed om dit soort vraagstukken en hoe jullie ermee willen omgaan te bespreken zodat de keuzes die jullie maken door iedereen worden uitgevoerd.       

Handige uitgaven voor het onderwijs aan anderstalige kinderen

Zien is snappen – krijg grip op lessen Nederlands voor anderstalige kinderen in groep 1 t/m 4. 

Woorden in prenten -Woordenschatlessen bij vijf bekende prentenboeken.

Klank & Letter – 145 kaarten met klanken (in roze) en letters (zwart) voor een visuele ondersteuning bij klankonderwijs, leren lezen en spelling.